Zijn wij enkelvoudig? Schoolmeesterregel 4
Lesgeven is mooi. Het is je eigen enthousiasme voor en kennis over taal overbrengen op (door de bank genomen) grappige, slimme jonge mensen. Ik geniet ervan.
Schoolmeesterregels
Maar ik moet ze ook regels leren. Taalregels, en dat zijn er nogal wat.
Heel nuttig over het algemeen en je kunt natuurlijk niet zonder, als journalist in spe. Maar god, wat zijn die schoolmeesterregels af en toe star zwart-wit.
Een voorbeeld.
Als je naar een woord in het enkelvoud verwijst, dan staan het verwijswoord en de bijbehorende persoonsvorm ook in het enkelvoud.
Als een woord vrouwelijk is, verwijs je ernaar met zij of haar, is een woord mannelijk of onzijdig met hij, hem of zijn.
Deze regels giet ik op Fontys Hogeschool Journalistiek met harde hand onze studenten in. Ze gaan grosso modo heus wel op, maar lang niet altijd. En dat heeft te maken met buitentekstelijke verwijzingen.
Niet schrikken, ik leg het uit.
(Als je denkt: gooi maar in mijn pet, dan lees alleen nog dit: je mag bést zeggen: Het meisje leerde voor haar tentamen ook al is ‘het’ onzijdig.
Je mag best zeggen: De politie kwam en ze pakten de boeven op, ook al is ‘politie’ enkelvoud.)
Het sterkere geslacht
In principe verwijs je naar een het-woord met ‘hij’ (ev) en ‘zijn’.
Het kind en zijn speelgoed.
Maar als op de foto te zien is dat het kind een meisje is, dan wordt dat ‘zijn’ heel onnatuurlijk. Tegennatuurlijk. Er wordt buiten de tekst (buitentekstelijk) verwezen naar een meisje en dat wil je als taalgebruiker terugzien in de taal. En dat mag! Lees het standaardwerk Algemene Nederlandse Spraakkunst, de ANS, er maar op na.
Kijk dat Kamerlid! Het loopt rood aan.
Mwah. Daar gaan we niet in mee. Je wéét of het om een man of vrouw gaat, en daarom verwijs je niet met ‘het’. Het (buitentekstelijke) geslacht van de betrokkene is sterker dan het geslacht van het zelfstandig naamwoord.
Mv versus ev
Hetzelfde geldt bij woorden als generatie, partij, echtpaar, bedrijf. Het zijn enkelvouden, en daar horen persoonsvormen in het enkelvoud bij. In principe.
Maar soms verwijs je meer naar de individuen die in dat enkelvoudige woord besloten liggen, dan naar het totaal.
Neem ‘organisatie’. Het is een enkelvoudig woord en er hoort een persoonsvorm in het enkelvoud bij.
De organisatie zoekt medewerkers. Ze hangt overal affiches op.
Toch is het verdedigbaar om te zeggen:
De organisatie zoekt medewerkers. Ze hangen overal affiches op.
Dit mag, omdat ‘ze’ hier verwijst naar de mensen die de affiches ophangen. De organisatie als geheel hangt niks op.
Het gaat om een buitentekstelijke verwijzing die een meervoudspersoonsvorm toelaatbaar maakt.
Meer schoolmeesterregels waarmee je wilt afrekenen? Laat het ons weten. Of lees over de andere schoolmeesterregels waar we al helemaal klaar mee zijn.
En hei zit het met aantal? Een aantal mensen zegt niks. Zo heb ik het geleerd. Mag een aantal mensen zeggen niks dan ook?
Zie schoolmeesterregel1 Liesbeth :/): https://www.kiezelcommunicatie.nl/kiezelblog/mag-dat-ja-dat-mag-schoolmeesterregel-1/.