Woorden die niet meer mogen (aflevering 1)
‘Wij willen u tevens bedanken…’ Ja hoor! Tevens. Dat zég je toch niet!
Dan moet je het ook niet schrijven.
Hetzelfde geldt voor reeds. Ook dat woord is bij ons in de ban. Jammer genoeg denken veel mensen dat het chiquer en dus beter is dan al. Zodra ze achter een toetsenbord zitten, kiezen ze andere, duurdere woorden. Zoals tevens in plaats van ook en betreffende in plaats van over. Ze denken dat je zo laat zien dat je niet van de straat bent.
Je hoeft geen formele taal te gebruiken om verzorgd en deskundig over te komen. Formele taal is niet fout, maar je doet er je lezer geen plezier mee. Ouderwetse woorden en zinnen helpen je niet om je doel te bereiken.
Het verschil tussen spreektaal en schrijftaal is iets wat door steile schoolmeesters en stoffige klerken is verzonnen. Het is denkbeeldig.
Goed voornemen voor 2011: weg ermee.
Reeds!
Wat mag ook nooit meer in 2011?
Aflevering 5: welke
Aflevering 4: handvatten
Aflevering 3: leuk
Aflevering 2: kunnen en mogen
Wat mij betreft weer in de mode; tragisch en episch.
Dat is weer een nieuwe categorie: bestaande woorden die weer in de mode raken, maar nu met een nieuwe betekenis. Zoiets als ‘vet’ als versterkende term of ‘ranzig’ in de ruime betekenis van ‘vies’ (voor de jonge lezertjes: de term was voorheen voorbehouden aan vet dat een zurige smaak had gekregen).
Het is juist mooi om soms een iet wat verouderd woord te gebruiken. De andere keer neem je weer een spiksplinter nieuw woord. Het maakt de taal gevarieerder. Het is niet om gewichtig te doen, maar om de taal kleurrijker te maken. We moeten niet proberen schrijftaal te ver te vereenvoudigen. Ik probeer steeds de passende woorden te vinden bij wat ik wil zeggen, modern of ouderwets, kleurrijk of juist kort en krachtig. Zelfs het woord “reeds” kan daar soms in passen.
Je hebt groot gelijk, Joke. Zoveel mogelijk variatie, ook in woordkeus, houdt de schrijver scherp en de lezer bij de les. Ik heb dit natuurlijk met opzet wat kort door de bocht geformuleerd ;-).
Er kan een moment zijn dat je ’tevens’ nodig hebt, maar over het algemeen gaat de tekst erop vooruit als je dat woord vervangt door ‘ook’, of gewoon iets heel anders schrijft.
Persoonlijk houd ik de vuistregel aan: ‘Als je het niet zo zegt, moet je het ook niet zo schrijven’, een citaat van de schrijver Cees Buddingh’. Hij staat boven hoofdstuk 1, ‘De vaart erin’ van het boek ‘Hoe schrijf je dat?’ van Jolanda Bouman. Een warm aanbevolen stijlgids.
het ergste is een brief van een persoon die een cursus brieven schrijven gevolgd heeft,uiteraard in de baas zijn tijd:je wordt in kleutertaal als randdebiel aangesproken,woorden met meer dan 2 lettergrepen zijn verboden,niettemin geen t of d op de goede plaats…
trouwens,wie is cees buddingh?
Welke oorzaak heeft deze emotionele oprisping, Ton? Denk je soms dat ik woorden van meer dan twee lettergrepen in de ban zou doen? Dat de rijke woordenschat van onze taal teloor zou gaan als we meer gaan schrijven zoals in een mondelinge conversatie?
C. Buddingh’ (met apostrof) ofwel Kees Buddingh’ (ik maakte hierin een fout) is een dode schrijver. De schepper van de Blauwbilgorgel. Een woordkunstenaar, een vrolijke dichter. Zie ook http://nl.wikipedia.org/wiki/C._Buddingh%27. Maar dat wist je toch wel?
Klinkt wel grappig: hij is een dode schrijver. Alsof doden soms nog kunnen schrijven 😉
Reeds en tevens? Dat vind ik oubollige woorden. Reeds doet me erg denken aan pollens 🙂
Hi, Ik voel me sterk aangesproken door de voorzetsel- diarree en ook oubollig taalgebruik is mij niet vreemd. Omdat ik kritiek moeilijk vind en ook graag jij-bak, kan ik het nu niet laten: Maria, jouw “over het algemeen” in de respons van 28-12 was een grapje toch?
@liesbeth Ik bedoel natuurlijk ‘altijd’. Ik was denk ik in een modale bui. ‘In een grote uitzondering, misschien, wel eens, tja hm.’ Het moet het einde van het jaar zijn geweest.
Het lijkt wel of mensen alleen het werkwoord “gaan” nog kunnen vervoegen “Dat gaat nooit wat worden”, “Dat ga je van me krijgen” of “wanneer ga je weer op t.v. te zien zijn (Giel Beelen)”. Wat mij betreft worden dit soort constructies zo snel mogelijk afgeschaft.
Hééé! Wat leuk dit! Ik moet er gelijk aan denken dat ik in mijn werk-mailtjes vaak het woord ‘wellicht’ gebruik, het valt me altijd op, en ik zég het ook nooit….maar meerdere ‘misschiens’ in een zin is ook niks… alternatief? Overigens (…trouwens…) de Blauwbilgorgel was het eerste ‘echte’ gedicht wat mij kon bekoren (…wat ik leuk vond…), ik ga het gelijk op zoeken voor mijn zoon. Bedankt!
Goh, t valt nog niet mee om al die schrijf-constructies te vermijden… 😉
Ik houd wel van oubollige en ouderwetse woorden mits (!) op de juiste plaats en in de juiste context gebruikt. Context, daar gaat het om.
Verder is het goed dat er onderscheid is tussen schrijf- en spreektaal en dat moet zo blijven vind ik.
Zegswijzen waar ik allergisch voor ben: het zit er aan te komen dat…. en ook: we gaan richting….
En ik ben dol op de Blauwbilgorgel