Voorzetsels: over en uit
Ik luister niet zo vaak naar de radio. Alleen als ik in m’n eentje in de auto zit. Dan staat Radio 1 aan. Zou je tijdens zo’n ritje naast mij zitten, dan hoorde je me geregeld roepen: Over! Het!, Naar!, Ervoor!
Bijvoorbeeld als de spreker zegt: “Waar ik zelf niet met hem eens ben…”, of: “Als je het percentage kijkt van mensen die deelnemen aan het arbeidsproces…”, of: “Hoe kun je zorgen dat…”
Het zijn niet de eerste en besten die zo spreken. Deze letterlijke citaten komen uit een radio-interview met Wiebe Draijer, scheidend voorzitter van de Sociaal Economische Raad en aankomend bestuursvoorzitter van de Rabobank. Iemand die scherp en op niveau denkt, neem ik dan aan. Iemand die bijna een miljoen per jaar gaat verdienen, hoorde ik. Dat is hem overigens gegund, dáár zeur ik niet over.
Ik val wél over die kleine woordjes. Preciezer gezegd: over het ontbreken ervan. Vaste voorzetsels meestal. Luister maar naar sprekers op radio en tv: die slikken ze in, slaan ze over, laten ze weg. Zo vaak dat je bijna zou denken dat je ze niet nodig zijn, dat het normaal is.
Ook in schrijftaal verdwijnen kleine woordjes. ‘Ik ben niet met je eens dat’ tussen aanhalingstekens levert 1.820.000 zoekresultaten op bij Google. Variant: ‘Ik ben het niet eens dat’: 4.310.000 resultaten. Ik geef toe, niet in alle gevallen voorbeelden van echte schrijftaal, want op de eerste pagina’s zie ik opvallend veel Twitter- en forumberichten, ook een soort gebabbel. ‘Als je kijkt dat’ krijgt 438.000 hits.
Taalverandering. Ik zou me er niet druk over moeten maken. Het is als het weer: er is niets aan te doen. Een slordig formulerende voetballer, daar zit ik niet mee. Maar een politicus, een bestuurder of een wetenschapper? Van hen verwacht ik iets anders. Zorgvuldig nadenken over het verhaal, over publiek en woordkeuze bijvoorbeeld. En daar hoort vanzelfsprekend zorgvuldig taalgebruik bij. Inclusief voorzetsels.
Laat een reactie achter
Meepraten?We horen graag wat je ervan vindt!