Focusvraag en kernboodschap: naar een artikel dat staat als een huis
Waar gaat dit over? En waarom moet ik dit weten?
Iedereen die artikelen schrijft zou zich over die twee vragen moeten buigen. En niet één keer, maar wel twee keer: eerst bij het bedenken van onderwerp en invalshoek en vervolgens nog een keer bij het uitwerken van je verhaal. En twee keer, omdat de antwoorden kunnen veranderen door de research die je doet, de mensen die je spreekt, de ervaring die je ondergaat (bij een reportage).
Om het allemaal wat concreter te maken, vind ik het handig om twee begrippen te hanteren: focusvraag, die leidend is bij de voorbereiding van een artikel, en kernboodschap, die richting geeft bij het schrijven van een stuk.
De focusvraag: wat wil jij, journalist of tekstschrijver, weten?
Je wilt een artikel schrijven over, eh … nou, noem eens wat … de Elfstedentocht. De Elfstedentocht is je onderwerp. Het is actueel, want het is die tijd van het jaar, het is dichtbij, want in Nederland, de tocht laat veler harten sneller kloppen, bij één graad onder nul heeft iedereen koorts. Het onderwerp voldoet kortom aan voldoende nieuwscriteria.
Maar een onderwerp an sich is niet voldoende, je hebt een invalshoek nodig. Wat met de Elfstedentocht? Welke vraag gaat je artikel beantwoorden? Mogelijkheden te over:
- Waarom zijn mensen zo enthousiast over de Elfstedentocht?
- Hoe vergaat het de winnaars van de laatste Elfstedentochten?
- Hoe bereiden de elf steden zich elk jaar voor op een tocht die waarschijnlijk niet komt?
- Wat zijn de elf interessantste zaken om je af te vragen over de Elfstedentocht?
Deze rij vragen is eindeloos uit te breiden, maar je begrijpt ongetwijfeld wat ik bedoel. Zo’n vraag heet in de journalistiek de invalshoek. Ik heb het zelf liever over focusvraag, omdat die focusvraag je helpt om scherp te houden waar je op inzoomt (och, wat is een goede metafoor toch een zegen, maar dit terzijde).
Een goede focusvraag roept onmiddellijk vervolgvragen op. Hij zet je in beweging, prikkelt je nieuwsgierigheid, brengt je op ideeën voor research, interviewkandidaten, reportagemogelijkheden. Hij stuwt je als het ware vooruit en is in die zin onmisbaar bij elk interview, bij elke reportage, bij elk verslag.
Een focusvraag is over het algemeen een open vraag: je kunt hem niet in in één tot vijf woorden beantwoorden zoals bij een gesloten vraag. Maar het hóeft niet per se:
- Komt er dit jaar een Elfstedentocht?
Er zijn drie mogelijk antwoorden: ja, nee en dat weten we niet. Ik zet mijn geld in op de laatste optie. Het antwoord – welk van de drie ook – roept één vervolgvraag op: en waarom?
Wil je een langer artikel bouwen op deze focusvraag, dan zul je ‘m moeten voorleggen aan iemand die hiervan op zijn praatstoel komt te zitten of aan meerdere personen: een weerman, de voorzitter van de Koninklijke Vereniging de Friesche Elf Steden, een oud-deelnemer en een helderziende.
Kernboodschap: het antwoord op je focusvraag
Als je je interview(s) gedaan hebt, op reportage bent geweest of aan je verslag begint, is het een goed idee om eerst je kernboodschap te bepalen: wat wil je dat de lezer van je artikel meeneemt? Het is als het goed is het antwoord op je focusvraag, tenzij je op onverwachte dingen gestuit bent. Dwing jezelf hoe dan ook in één zin te beschrijven wat de boodschap is. Het mag een volzin zijn, maar geen opsomming. Je moet je beperken, dat is cruciaal.
Nog een eis: die zin mag geen algemeenheid zijn. De kernboodschap is ultraspecifiek voor het artikel dat jij gaat schrijven – hij kan idealiter bij geen enkel ander verhaal horen. Ja ik ben streng, maar ik merk in de praktijk dat als die kernboodschap met een natte vinger geschreven wordt, je er weinig aan hebt. Een goed geformuleerde kernboodschap gaat je helpen het artikel te schrijven. Die ene zin helpt je selecteren welke informatie uit je interviews en research bruikbaar en nodig zijn.
De kernboodschap helpt ook bij het ordenen: welke informatie heb je eerst nodig en welke daarna? Formuleer daarvoor de vragen die de kernboodschap oproept. Je denkt misschien: maar dat heb ik toch al gedaan? Nee, het startpunt is anders, je wéét nu wat je wilt vertellen en bovendien ga je nu uit van de lezersvragen. Alle vervolgvragen moeten op de een of andere manier te maken hebben met je kernboodschap. Als die link er niet ligt, betekent dat dat je óf je kernboodschap moet aanpassen, óf je realiseren moet dat het antwoord niet in je verhaal thuishoort.
Ook deze vragen schrijf je uit – voordat je het artikel gaat maken. Je gebruikt ze (meestal) niet letterlijk in je artikel, maar door de antwoorden te formuleren, krijg je per definitie sterke alinea’s waarmee je vrij eenvoudig kunt schuiven.
De kernboodschap wordt soms de kop van je verhaal, maar lang niet altijd – daarvoor is-ie vaak een beetje te voor de hand liggend of te weinig nieuwsgierig makend.
Moet je echt een focusvraag en een kernboodschap formuleren?
Nou moeten … Als ik je trainer of docent ben en als je in mijn redactiegroep zit, dan wel, ja. En anders is het als met alle schrijftips: probeer het eens en kijk wat het je oplevert. Ik durf te zweren dat alle beginnende schrijvers ermee gebaat zijn, evenals iedereen die moeite heeft met structureren.
Je kunt het formuleren wel uitstellen en de concepten van focusvraag en kernboodschap met terugwerkende kracht toepassen, bij wijze van checklist. Is er een kernboodschap te destilleren uit je artikel? En op welke focusvraag geeft die dan antwoord? Worden alle vragen die de kernboodschap oproept in het artikel beantwoord? Is elke alinea het antwoord op één vraag? Door zo naar je artikel te kijken kom je de zwakke stukken gemakkelijk op het spoor.
Laat een reactie achter
Meepraten?We horen graag wat je ervan vindt!