Het enige aangeven dat er is. Kopjes.

Maria geeft een kopje aan. Nou ja, mok.

Alleen kopjes geef je aan, zegt Maria altijd, en ik heb dat van haar overgenomen.

Eindeloos wrijf ik het mijn studenten en trainees in, maar ze willen niet luisteren, ze blijven aangeven. De wethouder geeft aan, de zanger geeft aan, de voorbijganger geeft aan, de wetenschapper geeft aan – bweh. En het allerergste is: ik zeg het zelf! Heel geregeld zelfs.

Hoofdregel is: als je het niet zo zegt, schrijf het dan niet. Maar geldt andersom dan niet ook: als je het zo zegt, mag je het schrijven?

Hm, dat is een gewetensvraag. 

Misschien is het inderdaad wel een persoonlijke hang-up van ons. Speciaal om daar mee weg te komen ontwikkelden we de volgende theorie.

Schrijftaal is verzorgde spreektaal. Aangeven is niet verzorgd, net zo min als aldus. Het is een lui woord, net als de Woorden Die Niet Meer Mogen (WDNMM) leuk, zorgen voor of bieden. Woorden die de lading dekken, whatever die lading is. Dekenwoorden, dekzeilwoorden. Of je iets verzucht, uitschreeuwt of mompelt, aangeven is het altijd.

We hebben het nog eens opgezocht in die lekkere nieuwe Dikke van Dale die we hier hebben staan. Betekenis nummer 3 van aangeven: met verzwakte betekenis zeggen. (De andere betekenissen zijn: iets aanreiken, een richting aanduiden, aan de overheid kenbaar maken.) Dat bevestigt ons vermoeden. Aangeven is een wee woord.

Weg ermee. 

Wat me eraan doet denken: ook DWDD doet aan WDNMM. Samen met het Instituut voor Nederlandse lexicologie (INL) wordt jaarlijks een woord gekozen dat weg moet: Weg met dat woord heet de bijbehorende site. Gisteravond werd bekend dat me als bezittelijk voornaamwoord gewonnen heeft. Vind ik persoonlijk lang niet zo erg als aangeven. Jij?